Kip legt ei

Een hen doet er ongeveer 25 uur over om een ei te maken. Tijdens de broedperiode stopt ze met het leggen van eieren.

Bevruchte of onbevruchte eieren komen op dezelfde manier tot stand.

1. Eierstok: Bij de eisprong(ovulatie) komt de vrouwelijke eicel, de oöcyt, vrij uit de eierstok en gaat de eileider in.
2. Lagen: Gaandeweg wordt het ei in de eileider bedekt met beschermende substanties, waaronder eiwit.
3. Schaal: Daarna wordt de eierschaal gevormd: een harde beschermende buitenlaag die voornamelijk uit kalk bestaat. De kleur van de eierschaal is genetisch bepaald.
4. Embryo: In het bevruchte ei ontwikkelt zich een kuikentje. Onbevruchte eieren bestaan alleen uit een dooier en eiwit.
5. Contracties: De spieren trekken zorgvuldig samen om het ei door de cloaca, aan het einde van de eileider, te duwen.
6. Cloaca: Wanneer het ei naar buiten komt, worden de darmen en het binnenste deel van de cloaca volledig geblokkeerd. De cloaca keert zich nu binnenstebuiten. Zo blijft het bijna steriele ei gescheiden van de ontlasting uit de darm.
7. Opening: De hen heeft maar één opening die zowel voor de voortplanting en het leggen van een ei dient als voor de uitscheiding van poep en urine. De kanalen ernaartoe zijn wel gescheiden: de één voor voortplanting en eieren, de ander voor uitwerpselen.

Wist je bijvoorbeeld dat een hen gemiddeld niet meer dan één ei per dag legt? Daarvoor is zonlicht nodig. In de wintermaanden worden er dan ook minder eieren gelegd. Om de productie op peil te houden wordt kunstlicht gebruikt vandaar dat er vaak (felle) lampen in de kippenhokken hangen. Het licht activeert de pijnappelklier, een lichtgevoelige klier vlak bij het oog. Deze klier zorgt ervoor dat er een eisprong plaatsvindt in de eierstok van de hen. Dat zet het legproces in gang. Een ei hoeft overigens niet bevrucht te zijn door een haan, maar alleen uit bevruchte eieren kunnen kuikens komen. Via één opening ontdoet de hen zich van urine, poep en eieren. Een speciale klep houdt de darm netjes afgescheiden van de eileider.

Broeden
Een hen legt ongeveer een ei per dag, net zo lang tot ze een dozijn eieren heeft. Als je de eieren dagelijks raapt, blijft ze doorgaan om haar nest vol te krijgen. Na het leggen van een ei verlaat ze het nest. Het embryo koelt af en zijn ontwikkeling wordt onderbroken; dit gaat maximaal twee weken goed. Zodra de hen voldoende eieren heeft gelegd, stopt ze met leggen en begint ze te broeden. Ze blijft drie weken op de eieren zitten terwijl de embryo’s zich ontwikkelen. Zo komen de eieren als het goed is allemaal op hetzelfde moment uit.
(bronvermelding: Know How)